Melkveehouder Tsjeard Beukens boert al zo’n 40 jaar aan de Legedyk in Scharnegoutum. Hij werd zelfs op de boerderij geboren, waar zijn pake in de jaren 30 neerstreek. Zijn vader was een pachtboer en in die tijd hadden die het niet makkelijk. Voor de familie Beukens was het een zegen om de bedrijfsvoering op de OBW-boerderij te kunnen voortzetten.
“Mijn pake boerde in Sneek, waar nu het Amicitiahotel staat. Destijds werd de pachtboer niet goed beschermd. Ze konden je zo van het land afzetten en je had niets in te brengen. Dat gebeurde hem al ettelijke keren. Het OBW had de boerderij op de Legedyk aangekocht, en toen pake opnieuw moest vertrekken, kon hij op deze boerderij terecht. Dat was een zegen, want de pachters van het OBW genoten wel enige bescherming.”
De vader van Tsjeard volgde zijn pake op en zo Tsjeard weer zijn vader. Tsjeard was niet altijd zeker of hij wel boer wilde worden. Hij herinnert zich het leuke van het werk, maar ook het minder de mindere kanten. “Het wassen van de staarten, dat vond ik verschrikkelijk.”
Vooraan bij de boerderij staan een aantal schapen te grazen. Tsjeard vertelt dat zijn ouders ook schapen hadden en zijn moeder schapenkaas verkocht. Dat leverde niets meer op, maar schapen horen nog steeds thuis op de boerderij van familie Beukens.
De stad nadert
Samen met zijn vrouw Corry woont hij in het in 2008 nieuwgebouwde woonhuis naast de ‘oude’ boerderij. Het uitzicht is prachtig. “Het is een uniek plekje, goud waard”, bevestigt Corry. Maar de stad komt wel steeds dichterbij. Tsjeard herinnert zich hoe hij Sneek altijd in de verte zag en dat hij met behulp van de polsstok zo naar de boer naast de Aldi in de wijk Noorderhoek kon komen. Nu gaan de weilanden op in grijs beton.
Nadat hij van de landbouwschool kwam is hij eerst bij een fruitimporteur aan de slag gegaan, later kwam hij bij een boer in Poppenwier. “Toen mijn vader zestig werd, moest hij medisch gekeurd worden. Hij had nooit ergens last van, maar uit de keuring bleek dat een van zijn hartkleppen nagenoeg niet meer werkte. Hij moest onder het mes en toen zijn mijn broer en ik in Scharnegoutum gekomen.”
Het is altijd een melkveebedrijf geweest waar de koeien in de zomer de weide in gingen. In de loop der jaren is het bedrijf in omvang toegenomen. Nu hebben ze 123 koeien en zo’n 68 hectare land in gebruik. Daarvan is de helft eigen en de andere helft wordt gepacht. “Je moet wel groeien”, benadrukt Tsjeard. “De melkprijs is gelijk als in de jaren 70, maar de kosten zijn wel gestegen. Wie niet is gegroeid, bestaat niet meer.”
Opvolging
Tsjeard en Corry kregen vier kinderen, drie jongens en een meisje. Zoon Jouke (30) is op zijn zeventiende in de maatschap gestapt, zoon Oane zit ook in het bedrijf en helpt mee wanneer het druk is.
Het stel verhuisde na voltooiing van de nieuwgebouwde woning vanuit Scharnegoutum naar de boerderij. Eerst woonde de broer van Tsjeard nog in het voorhuis van de boerderij, maar verhuisde later naar Poppenwier, waar hij kort daarna zeer plotseling kwam te overlijden. Vanaf dat moment runnen Tsjeard en Jouke de boerderij samen.
Eerlijkheid gebiedt Jouke te zeggen dat hij niet weet of hij dezelfde keuze weer zou hebben gemaakt. “Het vak heeft mooie kanten, maar je moet wel altijd aanwezig zijn en de regelgeving wordt strenger en de kritiek neemt toe.” Tsjeard beaamt het. In de veertig dat hij nu boer is, zijn de regels heel veel veranderd. “Ook als je hoort dat ze boeren bijna misdadigers noemen, motiveert dat niet bepaald.” Dat melkveehouders en vleesveehouders over één kam worden geschoren stoort Tsjeard enorm. “Dan wordt de impact van een rund in de media getoond. Wat het kost aan soja en dat soort dingen en daarmee doelen ze ook op ons. Maar wij gebruiken bijvoorbeeld amper soja en wij produceren met onze melk wel meer dan honderd producten, waar we niet veel aan verdienen.”
Tevreden dieren
Corry heeft geen agrarische achtergrond, maar is door Tsjeard in het werk gerold. Naast haar eigen werk, helpt ze actief mee op de boerderij. In 2010 heeft familie Beukens een nieuwe, moderne stal laten bouwen. De koeien lopen er tevreden rond. Van de oude stal is een jongvee stal gemaakt. Ook vinden in de oude stal een aantal kippen en een oude geit er hun huis; her en der springt een kat rond. Het is een gemoedelijke beestenboel.
Wat het mooie is aan het werk? “Als het goed gaat en alles mooi loopt. Daar word ik blij van”, zegt Tsjeard. “Gezonde koeien en kalfjes, goed kuil kunnen maken, ja en een goede melkprijs”, besluit Corry lachend.